Opvangcrisis: dat jongeren op straat moeten slapen mogen we niet gewoon worden

Opiniestuk

De kinderrechtencommissaris is erg ongerust over de alarmerende situatie van jonge asielzoekers. Ze sprak met jongeren zelf en met hulpverleners van middenveld- en humanitaire organisaties in Brussel. In een opinie schrijft ze wat jongeren haar vertelden en gaat ze in op de leeftijdstests. Het is vaak afhankelijk van het toeval of een jongere aan opvang komt of niet. Een schandeloterij: je kunt alleen ‘winnen’ als je er jong genoeg uitziet.

Er staan nog steeds niet-begeleide minderjarigen met periodes op straat en hun meest essentiële basisbehoeften worden niet vervuld. Met alle gevolgen van dien: de ondraaglijke kou die met de dag en de nacht erger wordt, zware gezondheids- en psychische problemen door dat leven op straat, eenzaamheid, chaos en het risico om misleid en misbruikt te worden.

Kinderrechten in de kou

Willen we leven in een samenleving die toelaat dat kinderen en jongeren op straat slapen? Willen we een samenleving zijn die in crisissituaties kinderrechten opzij of on hold zet? Het kinderrechtenverdrag verplicht België om te zorgen voor die kinderen en jongeren. Dat verdrag is bindend, geldt voor alle buitenlandse minderjarigen die hier met of zonder hun ouders aankomen, ook in tijden van crisis. Als kinderrechtencommissaris is het mijn taak om gewicht te geven aan kinderrechten in deze crisis.

Ondertussen vernemen we opnieuw van de overheidsdiensten dat de druk erg hoog is op de opvangcapaciteit en dat er opnieuw plaatsgebrek dreigt, nu zelfs voor minderjarigen die duidelijk minderjarig zijn.

De fundamentele rechten van die minderjarigen worden niet gerespecteerd en gerealiseerd: hun recht op passende bescherming en zorg, hun recht op opvang en begeleiding, hun recht op informatie en inspraak, hun recht om asiel aan te vragen, hun recht op bescherming tegen elke vorm van exploitatie en misbruik. Al die rechten worden keer op keer, dag en nacht opzijgeschoven. Geschonden.