20 november: Kinderrechtendag
We wensen alle kinderen en jongeren een supergelukkige kinderrechtendag.
Meer informatie over kinderrechten vind je hier.
Je hebt recht op inschrijving in een school voor gewoon onderwijs. Ook als je specifieke onderwijsbehoeften hebt. Er is 'leersteun' voor wie dat nodig heeft. Als het met leersteun niet lukt, dan is het buitengewoon onderwijs een volwaardig alternatief. De scholen moeten dan wel goeie afspraken maken zodat je eventueel terug kan naar het gewoon onderwijs.
Fase 1: de verhoogde (leer)zorg. De school doet aanpassingen die ervoor zorgen dat een leerling het gemeenschappelijk curriculum kan blijven volgen, zoals remediëren, differentiëren, compenseren of dispenseren (zie ook verder).
Fase 2: uitbreiding van de (leer)zorg. Het CLB onderzoekt verder welke aanpassingen of ondersteuning de leerling nog meer nodig heeft en stelt daarover een gemotiveerd verslag op, waarmee de school externe ondersteuning kan krijgen.
Als de fases 0 tot en met 2 zijn doorlopen en blijkt het volgen van het gemeenschappelijke curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar, dan kan het CLB een IAC-verslag opstellen voor toegang tot een 'individueel aangepast curriculum' of een OV4-verslag voor toegang tot opleidingsvorm 4. Vanaf dan kan een school voor gewoon onderwijs extra ondersteuning en expertise van het leersteuncentrum vragen.
Vanaf schooljaar 2023-2024 is er een nieuw model van ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs: het leersteunmodel. Dit model is uitgewerkt in het leersteundecreet.
Het leersteunmodel voorziet drie verslagen om het onderwijstraject en ondersteuning van leerlingen te bepalen.
We spreken dus niet meer over een 'gemotiveerd verslag' of een 'verslag' (dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs).
Wat betekent de Leersteun voor leerlingen die al een traject of een (gemotiveerd) verslag hebben?
Zo hebben deze leerlingen dezelfde rechten en wordt voor hen en hun leerkrachten(teams) op dezelfde wijze beroep gedaan op leersteun.
Leerlingen die in het ondersteuningsmodel al ondersteuning kregen, zullen die dus ook in het leersteunmodel blijven krijgen zolang dat nodig is.
Scholen hebben recht op leersteun voor de begeleiding van leerlingen met specifieke leernoden. De pedagogische begeleidingsdiensten en CLB’s spelen hierin een belangrijke rol. Elke school sluit zich ook aan bij een leersteuncentrum. Elk leersteuncentrum biedt leersteun aan alle onderwijstypes.
Ouders of het leersteuncentrum zelf kunnen een ad hoc samenwerkingsverband met een ander leersteuncentrum aanvragen om tegemoet te komen aan de specifieke ondersteuningsbehoeften van een kind. Zo kan heel specifieke ondersteuning voor motorische beperkingen (type 4), visuele beperkingen (type 6), auditieve beperkingen en spraak- en taalontwikkelingsstoornissen (type 7), vanuit een ander leersteuncentrum aangeboden worden dat meer expertise heeft. De beslissing om dit al dan niet te doen, ligt bij het leersteuncentrum verbonden aan de school. Als er discussie is over het organiseren van gepaste leersteun of het aangaan van een ad hoc samenwerkingsverband met een ander leersteuncentrum dan kan er klacht ingediend worden via de interne klachtenprocedure bij de leersteuncentra. Indien dit niet tot een gewenst resultaat leidt, kan er een onafhankelijke bemiddeling aangevraagd worden bij het CLB. Dit is niet bij het CLB dat verbonden is aan de school maar bij CLB-medewerkers die in een netwerkoverschrijdend verband werken.
Redelijke aanpassingen kunnen bestaan uit:
Er bestaat helaas geen lijst van wat ‘redelijk’ is en wat niet. Die afweging maakt de school voor elke leerling apart. Bij de beoordeling van de redelijkheid van de aanpassing, kan de school onder meer rekening houden met:
Vraag bij de inschrijving al een overleg met de school om duidelijke afspraken te maken over de nodige redelijke aanpassingen. Laat die ook op papier te zetten.
Het is ook mogelijk dat een school wel redelijke aanpassingen doet, maar die anders invult dan wat de leerling al gewoon is, bijvoorbeeld door andere voorleessoftware te gebruiken. Dan respecteert de school wel degelijk de regelgeving. Zulke situaties zijn het best op te lossen met bemiddeling.
Ja. Soms gebeurt het dat leerkrachten wel redelijke aanpassingen (bijvoorbeeld extra hulpmiddelen) toestaan in de les, maar niet bij toetsen of examens ‘omdat dat niet eerlijk is tegenover de andere leerlingen’. Dat is een fout argument. Toetsen en examens gaan niet over competitie tussen leerlingen, maar helpen na te gaan hoe goed een leerling de leerdoelen bereikte.
Voor leerlingen die het gemeenschappelijk curriculum volgen, houden dispenserende en compenserende maatregelen in dat sommige leerdoelen vervangen worden door andere, gelijkwaardige leerdoelen. Nagaan of de leerling die eigen leerdoelen bereikt heeft, kan alleen met aangepaste toetsen en examens, waarbij de leerling dezelfde hulpmiddelen (zakrekenmachine, voorleessoftware …) gebruikt als in de les.
Bij onenigheid over zo’n CLB-verslag kan je een beroep doen op de klachtenprocedure van het CLB. Meer informatie hierover staat op de website van het CLB dat je school begeleidt. Die vind je via de website van Onderwijs Vlaanderen.
Leidt de klachtenprocedure bij het CLB niet tot een bevredigende oplossing? Dan kan je bij onenigheid over dat tweede soort verslag om bemiddeling vragen bij de Vlaamse Bemiddelingscommissie.
Leerlingen met een GC-verslag (verslag gemeenschappelijk curriculum) hebben een onverkort recht op inschrijving in het gewoon onderwijs en hebben geen toegang tot buitengewoon onderwijs.
Leerlingen met een IAC-verslag (verslag individueel aangepast curriculum) of OV4-verslag (verslag opleidingsvorm 4) hebben de keuze tussen gewoon of buitengewoon onderwijs. Wanneer ze inschrijven in een school voor gewoon onderwijs, zal de school de leerling inschrijven onder 'ontbindende voorwaarden' en de afweging maken of de nodige aanpassingen (dis)proportioneel zijn. De school gaat hierover in overleg met ouders, de leerling en het CLB. Om de afweging goed te kunnen maken, zijn er bepaalde criteria. Indien nodig kan de school via het CLB onafhankelijke bemiddeling inschakelen. Wanneer de school besluit dat de aanpassingen proportioneel zijn, is de leerling definitief ingeschreven. Wanneer de school besluit dat de aanpassingen disproportioneel zijn, kan ze de inschrijving ontbinden.
Lees meer: Klasse: veel gestelde vragen over decreet leersteun
Compenserende maatregelen, zoals extra tijd, spellingcontrole, rekenmachine of voorleessoftware, zijn mogelijk. Dispenserende maatregelen niet. De examencommissie geeft hierover meer info.
De overheid moet elk kind met een handicap de nodige zorg en ondersteuning bieden, onder andere door daadwerkelijke toegang tot onderwijs, zodat het kind zo volledig mogelijk kan integreren in de maatschappij en zich zo volledig mogelijk persoonlijk kan ontwikkelen, ook cultureel en intellectueel.
Artikel 3 zegt dat het belang van het kind een heel belangrijke overweging is bij alle maatregelen over kinderen. Dat geldt dus ook voor beslissingen over redelijke aanpassingen en inschrijving op school.
Het Vlaamse Gelijke Kansendecreet van 2008 geldt ook voor het onderwijs. Het noemt redelijke aanpassingen weigeren een vorm van discriminatie. Het recht op redelijke aanpassingen en de voorwaarden voor inschrijving in het gewoon en buitengewoon onderwijs of voor een IAC in het gewoon onderwijs staan in:
Voor vragen over het recht op redelijke aanpassingen of externe ondersteuning op school of over de getuigschriften of attesten die een leerling in dat geval kan behalen.
Zoek je als ouder ondersteuning of advies over redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs, neem dan contact op met Ouders voor Inclusie.
Over de rol van de interne leerlingenbegeleider, de zorgcoördinator en het CLB
Over het recht op inschrijving van kinderen en jongeren met een beperking of met leerproblemen in een school voor gewoon onderwijs
Voor wie als professional meer wil weten over het zorgcontinuüm en redelijke aanpassingen
Bij een weigering tot inschrijving door een school: