Welke straffen mag een school geven?

De school mag een straf geven als een leerling de leefregels overtreedt. Ze heeft namelijk een zekere vrijheid om eigen leefregels en een sanctiebeleid op te stellen. Die informatie staat in het schoolreglement. De school moet wel de kinderrechten en de regels van de overheid respecteren. Er zijn orde- en tuchtmaatregelen en begeleidende maatregelen. 

Verschillende soorten maatregelen

In het schoolreglement staan de belangrijkste leefregels en afspraken die elke leerling moet respecteren. Doet die dat niet, dan riskeert die een straf. Er zijn verschillende soorten maatregelen:

  • Ordemaatregelen zoals een nota, een straftaak of maximaal een schooldag niet naar de lessen mogen komen
  • Begeleidende maatregelen zoals een volgkaart, een gedragscontract of een naadloos flexibel traject (NAFT) 
  • De bewarende maatregel, dat is de preventieve schorsing
  • Tuchtmaatregelen: een tijdelijke of een definitieve uitsluiting

De school beslist, maar moet zich wel aan de spelregels houden. Zo bepalen het decreet rechtspositie van de leerling en het kinderrechtenverdrag wat de rechten van een leerling zijn. 

Info voor jongeren: Straffe School

Straffe School geeft een overzicht van de rechten van leerlingen en welke straffen een school kan geven.

Download de brochure

Wat als je niet akkoord gaat met een straf?

  • We raden altijd aan om een overleg te vragen met de leerkracht of de directie. Een gesprek is soms de beste oplossing om een conflict af te ronden, ook al vervalt de straf zelf misschien niet. 
  • Alleen tegen een definitieve uitsluiting is zowel in het lager als in het secundair onderwijs beroep mogelijk. 
  • Om een beroepsprocedure te starten, moeten ouders binnen een erg korte termijn een aangetekende brief sturen. De precieze regels daarvoor staan in het schoolreglement. 
  • Het schoolbestuur stelt dan een beroepscommissie samen die het beroep behandelt. Die commissie bevestigt of vernietigt de tuchtmaatregel en laat dat schriftelijk weten.

Wat zegt het kinderrechtenverdrag? 

De school heeft een zekere vrijheid om in haar pedagogisch project haar eigen zorg- en sanctiebeleid vorm te geven. Dat moet wel gebeuren binnen de krijtlijnen van het kinderrechtenverdrag en de overheid. 

Artikel 28 zegt uitdrukkelijk dat de discipline op scholen verenigbaar moet zijn met de menselijke waardigheid van het kind en moet overeenstemmen met het kinderrechtenverdrag: 

  • Artikel 2 zegt dat discriminatie niet kan.
  • Artikel 3 stelt dat het belang van het kind bij elke beslissing de eerste overweging moet zijn.
  • Artikel 12 geeft kinderen het recht om hun mening te uiten en om zich te verdedigen. 
  • Artikel 16 garandeert dat kinderen recht hebben op bescherming van hun privacy.
  • Artikel 19 zegt dat geweld, psychisch of fysiek, niet kan.
  • Artikel 29 stelt dat onderwijs gericht moet zijn op de ontplooiing van de persoonlijkheid en de talenten van het kind.

Bij sancties op school komt het recht op onderwijs in het gedrang als leerlingen bijvoorbeeld bij een preventieve schorsing of tijdelijke uitsluiting te weinig kunnen rekenen op opvolging en begeleiding voor de gemiste leerstof. Ook als leerlingen definitief uitgesloten worden en ze heel moeizaam een nieuwe school vinden, raakt dat aan hun recht op onderwijs.

Wat zegt de wet?

Het decreet over de rechtspositie van leerlingen (2014) legt de rechten van leerlingen vast met 2 belangrijke principes:

  • Het proportionaliteitsprincipe: straffen moeten in verhouding zijn met de gepleegde feiten.
  • Het subsidiariteitsprincipe: als een lichtere straf kan helpen, mag de school niet zomaar voor een zwaardere straf kiezen.

Werken met een maatregelencontinuüm

Het maatregelencontinuüm veronderstelt een afweging, een balans tussen wat kan helpen voor de leerling, maar ook voor medeleerlingen, leerkrachten en het onderwijs. Aan het ene uiteinde van het continuüm staat de opmerking van de leerkracht, aan het andere uiteinde de definitieve uitsluiting. Kleuters kunnen geen preventieve schorsing, tijdelijke of definitieve uitsluiting krijgen. Dat kan alleen voor leerplichtige leerlingen in het lager onderwijs.

Voorstander van herstelgericht werken

Het Kinderrechtencommissariaat is een grote voorstander van herstelgericht werken. We merken dat leerlingen – daders én slachtoffers – er heel positief tegenover staan, omdat ze mee kunnen zoeken naar een oplossing en er rekening gehouden wordt met hun gevoelens. Bij leerlingen zien we veel dankbaarheid en loyaliteit tegenover de school. Ook directies beklemtonen de voordelen. Er zijn niet per se minder conflicten, maar ze worden wel anders beleefd en aangepakt, waardoor ze minder escaleren.

Dossier Straffe School

In 2015 maakten we het dossier Straffe School. Grenzen van het sanctioneren verkend. Dat schetst het wettelijke kader van sanctioneren op school: wat mag en wat mag niet? We reiken inspirerende praktijkvoorbeelden aan. Want soms blijven kansen onderbenut en is uitsluiting een te snelle weg. We moeten er alles aan doen om iedereen aan boord te houden. Aandacht voor sancties moet samengaan met aandacht voor zorg op school. Het dossier vraagt daarom ook aandacht voor de integriteit van de leerling, voor participatie en voor de schoolinfrastructuur.

Download het dossier

Meer over omgaan met moeilijk gedrag op school

Wie kan je nog helpen?

  • Neem contact op met het CLB voor hulp bij het zoeken naar een nieuwe school na een definitieve uitsluiting.
  • Wie moeilijkheden ondervindt om toegang te krijgen tot een nieuwe school na een definitieve uitsluiting, kan het LOP (lokaal overlegplatform voor gelijke onderwijskansen) contacteren. 
  • Kinderen en jongeren die het niet eens zijn met een weigering door een school kunnen een klacht indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten.
  • Klachten over het sanctiebeleid van de school? Volg de interne klachtenprocedure. Ga naar de directeur, de inrichtende macht of gebruik de klachtenprocedure van het onderwijsnet. Lees meer.