Programmadecreet hypothekeert het recht op opvang en zorg van elk kind

Advies

De Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding buigt zich de komende weken over de begroting 2024. De leden van de commissie bespreken onder meer het ontwerp van programmadecreet 2024.

Artikel 5 van het ontwerp van programmadecreet 2024 sleutelt aan artikel 8 van het decreet Kinderopvang dat de voorrangsregels voor subsidie inkomenstarief regelt. Artikel 5 pleit voor een absolute voorrang aan 4/5de werken/dagopleiding, en beperkt het aantal specifieke groepen met voorrang. Artikel 5 vervangt de ‘minstens 20%’ voor baby’s en peuters met specifieke voorrangskenmerken door ‘maximaal 10%’ afwijkingsmogelijkheid in het belang van het kind of omwille van een gezondheids- of welzijnssituatie in het gezin.

Het Kinderrechtencommissariaat waardeert de extra budgetten die Vlaanderen in zijn begroting 2024 vrijmaakt voor de kinderopvang, maar stelt ernstige vragen bij artikel 5 van het ontwerp van programmadecreet.

  • Artikel 5 strookt niet met de toegankelijkheidsambities in artikel 3 van het decreet Kinderopvang.
  • Ouders hebben recht op ondersteuning en bijstand voor de opvoeding van hun kinderen. Ze zijn de eerste verantwoordelijken voor een passende levensstandaard voor hun kinderen. De overheid moet ouders ondersteunen om deze verantwoordelijkheid te kunnen opnemen.
  • Artikel 5 zet het recht op bescherming van kinderen tegen discriminatie, het recht op een zo ruim mogelijke ontwikkeling en de prioriteit aan het belang van het kind onder druk.
  • Artikel 5 gaat in tegen de Child Guarantee doelstelling van de EU om kinderen tegen kinderarmoede en sociale uitsluiting te beschermen.
  • Artikel 5 ondermijnt de sociale functie van kinderopvang. Het beperkt het aantal specifieke groepen met voorrang. Alleenstaande ouders worden, bijvoorbeeld, niet meer expliciet vermeld. De ‘maximaal 10%’ afwijkingsmogelijkheid is te weinig. Het moet de toegang tot kinderopvang voor zeer veel verschillende specifieke groepen weten veilig te stellen.
  • Artikel 5 zet spanning op de economische functie van kinderopvang. Minstens 1 op 6 deeltijdswerkende vrouwen werkt minder dan wat de 4/5de absolute voorrangsregel oplegt. Deze vrouwen zullen op meer drempels botsen in de toegang tot kinderopvang.
  • Statistieken van Statbel tonen dat ouders vooral deeltijds werken om zorg te dragen voor de kinderen of een familielid. Artikel 5 riskeert ouders te benadelen omdat ze zorg dragen voor hun kinderen en familie.
  • Artikel 5 zal de (jeugd)zorgsector nog meer onder hoogspanning zetten. De zorgsector telt bijna jaarlijks het hoogste aantal deeltijdswerkenden. Ook in onderwijs werkt meer dan één op vier leerkrachten deeltijds. We vrezen dat artikel 5 tot nog grotere personeelstekorten in de (jeugd)zorgsector zal leiden als de personeelsleden niet op toegang tot kinderopvang kunnen rekenen.

We vragen aan Vlaanderen om te blijven investeren in extra kinderopvangplaatsen, in plaats van de toegang tot kinderopvangplaatsen voor specifieke groepen van gezinnen te verminderen of weg te nemen.  

Bezorgd

We bezorgden het advies op 14 november 2023 aan de Vlaamse volksvertegenwoordigers van het Vlaams Parlement en de bevoegde minister.

Contactpersoon

Contacteer een medewerker

Foto van Leen

Leen Ackaert

Beleidsadviseur Gehandicaptenzorg, wonen, kinderopvang, gezinsondersteuning, vrije tijd, jeugd- en kinderrechtenbeleid

Recente adviezen

Advies
-

Jaarverslag 'Kinderen tonen de weg'

Vorig jaar kreeg het Kinderrechtencommissariaat 1.289 meldingen en klachten. Het Kinderrechtencommissariaat is een echokamer van de problemen waar kinderen en jongeren op botsen. De signalen komen van professionals en familieleden. De meeste meldingen gaan over onder…
Lees meer Lees meer

Hoe komen onze adviezen tot stand?

Soms wijzen signalen over kinderrechtenschendingen op een structureel probleem. De wetgeving ontbreekt of ze is onduidelijk, inconsequent of in strijd met het kinderrechtenverdrag. Wij onderzoeken knelpunten, luisteren naar de stem van kinderen, jongeren, ouders en professionals en formuleren aanbevelingen in beleidsadviezen.